‘Labelen’ bedreiging Passend Onderwijs?

Afgelopen woensdag verscheen in De Volkskrant een artikel van Ivo Mijland over
het ‘labelen’ van leerlingen in relatie tot Passend PassendOnderwijsLogoOnderwijs.

Laat ik voorop stellen dat ik het eens ben met zijn relaas tegen het labelen van leerlingen. Maar goed, ik moet op de  werkvloer de eerste nog tegen komen die het daar niet mee eens is.  Waar ik echter moeite mee heb is de manier waarop Mijland dit ‘labelen’ neerzet als bedreiging voor het slagen van het invoeren van Passend Onderwijs. Ik heb namelijk de indruk dat Mijland zich met zijn betoog tegen het labelen van leerlingen, verzet tegen een vijand die helemaal niet bestaat en daarmee tegen een bedreiging voor het invoeren van Passend Onderwijs die helemaal niet bestaat.  Mijland heeft het over het ‘labelen’ van leerlingen en pleit er vervolgens voor dit niet meer te doen, maar naar het kind zelf en de behoeften van het kind zelf te kijken.  De oproep die hij daarmee doet is een terechte, maar ook een inmiddels al veel gehoorde. Een oproep zelfs, waaraan in de onderwijspraktijk meer en meer gehoor aan wordt gegeven juist ook door de aandacht die hiervoor is vanuit diezelfde Wet op Passend Onderwijs : ‘het accent verschuift van het medisch labelen van kinderen, naar wat zij daadwerkelijk nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen.’ (zie de speerpunten van Passend Onderwijs).

Natuurlijk verdient ieder kind een open vizier en een eigen unieke aanpak. Al een aantal jaren is iedereen die ik tegenkom op het grensvlak van onderwijs en ‘zorg’ er wel van overtuigd dat het labelen van leerlingen op zichzelf echt niet veel zin heeft. Er is binnen het onderwijs volgens mij praktisch niemand meer die nog roept dat labelen enorm zinvol is en dat we dat vooral moeten blijven doen.  Er worden op die manier in het artikel volgens mij iets te veel open deuren ingetrapt.  Volgens Mijland is het verder zo dat ‘deze kinderen, die volgens de wet Passend Onderwijs zoveel mogelijk een plek moeten krijgen binnen het reguliere schoolleven, in toenemende mate worden bestempeld met het etiket ‘gek’, ‘probleem’, ‘abnormaal’ en ‘moeilijk’.  Om eerlijk te zijn vraag ik me af op welke cijfers die bewering is gebaseerd. Ik herken deze ontwikkeling helemaal niet. Niet in de praktijk van mijn school en niet in de praktijk van mijn werk in het samenwerkingsverband van scholen waar die school deel van uitmaakt.

De docenten die ik ken, zijn er over het algemeen meer en meer op gefocust een leerling te ondersteunen waar mogelijk en er is op scholen, onder andere onder invloed van de invoering van Passend Onderwijs en het bijbehorende SchoolOndersteuningsProfiel een goede ondersteuningsstuctuur georganiseerd voor leerlingen en docenten die ondersteuning van het leerproces ook mogelijk maakt.

Ik zie werkelijk niet in op welke manier de invoering van Passend Onderwijs scholen uitnodigt ‘de gekte als bedreiging te zien.’ Ik denk dat in het artikel duidelijker naar voren had kunnen en moeten komen dat Passend Onderwijs juist beoogt alle leerlingen een passende plek te geven. En dat dat bovendien helemaal niet zover af staat van de praktijk, zoals ik die dagelijks als zorgcoördinator op een VO-school ervaar. Het invoeren van Passend Onderwijs is natuurlijk een behoorlijke klus. En laten we niet vergeten dat de wet zelf nog in moet gaan. In samenwerkingsverbanden werken scholen in de regio nauwkeurig samen aan de voorbereiding ervan. De invoering dwingt scholen nauwkeuriger dan ooit na te denken over de eigen expertise en mogelijkheden in de school om leerlingen waar nodig te ondersteunen. De nadruk ligt daarbij al lang niet meer op de zorg over of voor de leerling met of zonder diagnose, maar op de onderwijsondersteuning die een leerling nodig heeft op weg naar zijn diploma.

De veronderstelde toename van het labelen van leerlingen is dus volgens mij niet de bedreiging voor het slagen van Passend Onderwijs. De belangrijkste bedreiging is volgens mij vooral de negatieve beeldvorming die er in scholen soms ontstaat door de manier waarop Passend Onderwijs de school in wordt gebracht.

Je kunt van Passend Onderwijs als overheid, als samenwerkingsverband, als schoolbegeleidingsdienst of als onderwijsadviesbureau of als zorgcoördinator een immense operatie maken. Je kunt alle docenten met het grootste gemak bang maken voor Passend Onderwijs en in opstand laten komen tegen hordes aan leerlingen met alle mogelijke beperkingen die je school zullen overvallen. Gelabeld of ongelabeld. Als er meer leerlingen de klas in komen met een onderwijsondersteuningsbehoefte, zal een professional daarbij ondersteuning zoeken en dient hij die ondersteuning ook te krijgen of de benodigde expertise te verwerven.

Met teveel aandacht voor de bedreigingen ervan, past Passend Onderwijs nooit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Recente berichten

Tags

Geschreven door:

2 Reacties

  1. 25 oktober 2013
    Antwoord

    Beste Henk,
    Uiteraard heb ik met veel interesse je betoog gelezen en hoewel je het wellicht gek vindt. Ik ben het met je eens. Mijn opinie was geen poging om labels omver te schoppen. Ik ben een groot voorstander van Passend Onderwijs en ook van passende zorg voor verschillende leerlingen. Dat is een recht wat we moeten behouden. Echter, in KRO Brandpunt, daar reageerde ik op, wordt gezegd dat scholen leerlingen die ‘gek’ zijn of een ‘probleem’ zijn in toenemende mate weigeren. Het zijn dus niet mijn cijfers, maar de onderzoekscijfers van Brandpunt. Daar ligt mijn zorg. Niet bij het label an sich, een diagnose is belangrijk voor passende zorg, maar bij het gemak waarop de kwetsbare kinderen een stigma krijgen in de pers en helaas Henk, ook op veel scholen. Ik weet dat veel scholen hard bezig zijn om de wet Passend Onderwijs goed in te voeren en weet ook dat veel scholen het label rechtvaardig inzetten. Maar zojuist hoorde ik weer een verhaal waar het label niet rechtvaardig werd ingezet. Een meisje van 14 moet van school wegens gebrekkige resultaten en mag op een andere school komen als ze minimaal twee labels heeft. Ze had al dyscalculie en ‘gelukkig’ nu ook PDD-NOS. Ze is aangenomen met dank aan de ;labels. Tsja… Mijn opinie start met de cijfers van Brandpunt en van daaruit roep ik op in te zien dat zulke cijfers Passend Onderwijs alleen maar NOG moeilijker maken. En sorry Henk, maar er zijn echt nog heel wat scholen waar ik de labels minder zorgvuldig tegen kom. Vorige week tijdens een mentortraining: ‘Ik geef les aan de 80% die het goed doet, en die 20% waar van alles mee aan de hand is moet het maar uitzoeken. Ik ben geen psycholoog’ Zulke geluiden klinken zo als ik lees niet of nauwelijks op jouw school, maar helaas kom ik het nog te vaak tegen.
    Tot slot: ik heb geen aandacht willen geven aan de bedreigingen van Passend Onderwijs, want ik ben dus voorstander. Waar ik aandacht aan geef is de tendens die nu ook weer bij Brandpunt heerste om de bedreigingen aandacht te geven in plaats van de prachtige kansen. Het zal je kind maar wezen waarvan een schoolleider op de nationale tv zegt dat het kind niet welkom is wegens een te complex karakter…
    Henk, ik wil je bedanken voor je heldere aanvullingen en hoop oprecht dat dit soort publicaties gaan helpen om Passend Onderwijs in te voeren als een toenemende rechtvaardigheid binnen alle scholen…
    Hartelijke groet
    Ivo Mijland

Laat een antwoord achter aan Ivo Mijland Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *