Schrijfdossier 3.0: Waarom het schrijfdossier een tweede kans verdient

Navraag bij studenten in het vervolgonderwijs, hun oud-docenten op het voortgezet onderwijs en hun docenten op de universiteit maakt duidelijk dat de schrijfvaardigheid van leerlingen in het VO sterk te wensen over laat.  Ook de onderwijsinspectie concludeert in 2012  in haar rapport ‘Focus op schrijven’ dat de schrijfvaardigheid van havisten en hbo-studenten onder niveau is. Tegelijk zien we dat het centraal schriftelijk examen (CSE)  Nederlands met ingang van dit jaar op de schop gaat. Nadat in 2007 voor scholen de verplichting om schrijfvaardigheid te toetsen in het schoolexamen al verdween, verdwijnt nu ook de enige schrijfopdracht, een zogenaamde ‘geleide samenvatting’. Het niveau van de schrijfvaardigheid vraagt naar mijn mening echter juist om extra aandacht voor schrijfvaardigheid binnen het examenprogramma.

En daarom pleit ik voor de terugkeer van het schrijfdossier. Het is tijd voor schrijfdossier 3.0!

Het verdwijnen van de samenvattingsopdracht uit het centraal examen heeft er dus voor gezorgd dat schrijfvaardigheid nu zowel in het schoolexamen als in het centraal examen niet meer (verplicht) getoetst wordt.  Nu lijkt het me inderdaad voor de hand liggend dat schrijfvaardigheid niet meer getoetst wordt in het centraal examen, gezien de beoordelingsproblematiek, de relatief lage betrouwbaarheid en het nogal bewerkelijke karakter van de correctie van zo’n schrijfexamen. Maar om de schrijfvaardigheid van leerlingen weer op peil te brengen, lijkt het me van belang er wel voor te zorgen dat er in de lessen voldoende aandacht voor blijft. Ik wil daarom pleiten voor het opnieuw invoeren van een digitaal schrijfdossier als verplicht onderdeel van het schoolexamen.

Een digitaal schrijfdossier zorgt er ten eerste voor dat de focus bij schrijfvaardigheid komt te liggen op het schrijfproces. Diverse onderzoeken naar schrijfvaardigheidsdidactiek hebben vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw laten zien dat zo’n procesgerichte benadering van schrijven door leerlingen meer resultaat oplevert dan het sec beoordelen van een ingeleverde schrijfopdracht, al dan niet voorzien van feedback achteraf door de docent.   Zo blijken lessenseries gebaseerd op ‘leren door observeren’ , waarbij leerlingen leren schrijven door elkaar te observeren bij het uitvoeren van een schrijftaak en ‘peer response’, waarbij leerlingen elkaar helpen tijdens de verschillende fases van het schrijfproces uiteindelijk betere schrijfresultaten op te leveren dan meer traditionele vormen van schrijfvaardigheidsonderwijs.

Bovendien bieden de hedendaagse elektronische leeromgevingen op scholen met hun digitale portfoliomogelijkheden uitstekend de ruimte aan leerlingen en docent om zo’n dossier van een leerling gedurende zijn schoolcarrière te bewaren en te volgen. Leerlingen kunnen hun teksten makkelijk delen met docent en medeleerlingen en kunnen zo ook voortdurend reviseren op basis van feedback. Bovendien kunnen docent en leerling hun eigen ontwikkeling zo goed volgen, hetgeen motiverend kan werken.

Verder is het zo dat het schrijven aan een dossier in een digitale omgeving allerlei ruimte biedt voor het toepassen van allerhande nieuwe ICT-middelen en nieuwe didactische inzichten zoals bijvoorbeeld het gebruik van een elektronische outlinetool of het schrijven van blogs met hyperteksten.  Een outline is een (hiërarchisch) geordend lijstje met tekstideeën dat de schrijver voorafgaand aan het schrijven opstelt. Het inzetten van zo’n eletronische outlinetool (Standaard aanwezig in tekstverwerkers) is bewezen effectief als het gaat om het verminderen van de cognitieve belasting bij leerlingen en het leerlingen eveneens om hun teksten beter te structureren.

Daarnaast blijken ook het schrijven van relatief nieuwe tekstsoorten als bijvoorbeeld een hypertekst voor leerlingen met een goede schrijfvaardigheid of verbale intelligentie effectiever dan het oefenen met het schrijven van traditionele teksten. Juist veel oefenen met schrijven binnen een digitale omgeving biedt daartoe mogelijkheden. Bovendien merk ik zelf aan leerlingen dat ze het gaaf vinden om hun teksten ook online te delen via blogs etc. Daarmee komt een ander belangrijk aspect van schrijfvaardigheidsdidactiek boven water: het bewezen effect op de kwaliteit van een tekst als je schrijft voor een ‘echte lezer’.
Tijdens een evaluatief onderzoek door de SLO van de inrichting van het schoolexamen Nederlands in 2012, kwam correctiedruk naar voren als belangrijk knelpunt voor het werken met een schrijfdossier. De beoordeling van schrijven wordt door docenten bovendien ervaren als een knelpunt ‘omdat de cijfers nogal subjectief zijn en per docent sterk verschillen.’
Bij het opnieuw invoeren van een schrijfdossier is het daarom belangrijk dat docenten het schrijfwerk van leerlingen op een nieuwe manier leren beoordelen. Daarbij moet veel meer nadruk liggen op het beoordelen van het schrijfproces.  Diverse beschikbare nieuw ontwikkelde tools geven de docenten daar de mogelijkheid toe. Docenten moeten bovendien hun schrijfonderwijs zo organiseren dat leerlingen elkaar tijdens het schrijfproces leren voorzien van feedback en leren hoe zij hun teksten op basis daarvan vervolgens kunnen reviseren.

Tijd voor schrijfdossier 3.0 dus.
Omdat dat ruimte biedt voor het monitoren van ‘leren door observeren’ , waarbij leerlingen leren schrijven door elkaar te observeren tijdens het schrijfproces en voor ‘peer response’, waarbij leerlingen elkaar helpen tijdens de verschillende fases van het schrijfproces en samen bouwen aan teksten.
Omdat dat het inzetten van door ICT-ontwikkeling ingegeven nieuwe didactische middelen mogelijk maakt.
En omdat het werken met digitale teksten in een digitaal dossier het mogelijk maakt om makkelijk te delen met ‘echte’ lezers.

Recente berichten

Tags

Geschreven door:

5 Reacties

  1. Reinoud van der Linden
    23 oktober 2014
    Antwoord

    Als je conclusie: “Tijd voor schrijfdossier 3.0 dus” is, met als samenvatting: “Omdat dat ruimte biedt de ontwikkeling van de leerling in een digitale omgeving te volgen en omdat het reviseren voor de leerlingen vergemakkelijkt”, lijkt me dat een onderwaardering van de aanduiding 3.0. Deze staat namelijk voor co-creatie. Volgens mij heb je in eerdere blogs laten zien dat dat prima kan, ook met schrijfopdrachten: samen werken aan een blog herinner ik me. Dat is 3.0.

    • 23 oktober 2014
      Antwoord

      Ha Reinoud! Ik heb 3.0 slechts gebruikt als algemene aanduiding voor een nieuwe versie van het schrijfdossier. Daar hoort samen bouwen en reviseren van teksten inderdaad ook bij zoals ik in deze blog en de post waar jij naar verwijst inderdaad ook benoem. Ik heb dat in de conclusie inderdaad niet expliciet genoemd, misschien is het inderdaad een goede aanvulling van je. Ik kijk er nog even naar. Dank voor je aanvulling.
      NB. Is er een soort definitie van 3.0 op basis waarvan je zou kunnen zeggen dat ik er onrecht aan doe op basis van mijn gebruik? Volgens mij niet toch?

  2. Winde Flinterman
    23 oktober 2014
    Antwoord

    Erg jammer dat het artikel zelf wemelt van de fouten.

    • 23 oktober 2014
      Antwoord

      Hoi Winde! Oei! Je hebt groot gelijk. Ik heb een versie geüpload waarin nogal wat slordigheden zijn blijven zitten. Dat is niet best. Als het goed is zijn ze er nu wel uit. 🙂 Ik hoor het graag als dat niet zo is. Blijkt overigens maar weer dat het schrijven voor ‘echte’ lezers zeker zinvol is. 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *