Van straattaal naar Nederlands. Een pittige klus.

Zoals ik vorige week al blogde, is mijn havo 3 aan de slag geweest met ‘mi have a droom’ van Ramsey Nasr. Lees mijn vorige blog om te zien hoe ik dat aan heb gepakt.

Hieronder wat ze er uiteindelijk van hebben gemaakt. Het was best een pittige klus voor ze en het heeft nog wel wat redigeren en overleg gekost, maar het is toch iets geworden dat ze begrijpen. En de sfeer van het gedicht is behouden gebleven.
Ik vind dat ze het best goed hebben gedaan!

Ik heb een droom
(Rotterdam, 2059)

Echt waar, laat me je een ding vertellen. Ik ben 66 jaar en serieus
ik ben echt geen racist, maar kom op!
Wat gebeurt er tegenwoordig allemaal in dit land?
Wat is hier aan de hand? Toen ik nog maar een jongen was zei mijn moeder tegen me:
‘Lieverd, doe gewoon. Haal streken uit wanneer het kan,
maar wees beleefd wanneer het moet
en behandel een ander goed.
Toon respect voor je broer, zeg:
“Goeiedag meneer. Hoe gaat het?”
en,natuurlijk, kijk naar de meisjes,
naar hun borsten, geen probleem.
steel wat, bevredig jezelf en ga eens naar bed met een meisje,
maar geef het goede voorbeeld.

Zo sprak ze met me, en kijk, hier sta ik nu als trotse echte Nederlander in Rotterdam.
En Rotterdam heb ik lief als een mooie vrouw. Lang geleden, toen was geluk nog gewoon.
Wij gingen los, maar met mate, een grote familie waren we.
Weinig geld, maar dat boeide me niet.
Keek me gaan,
keek me lopen,
Met mijn broek, mijn ketting, echt,
Op te gekke schoenen kwam ik binnenstappen,
Een beetje sjokkend door mijn stad,
die hier met zijn gebouwen aan de voeten van de meester lag.
Mijn moeilijk doende, lekkere Rotterdam, met haar stringetje boven de broek, verleidelijk keek ze me aan en zei: ‘kom jongen, loop dan, je moet je geen zorgen maken
hou je mond speel met me op de grond,
verraad me met kussen
van mond tot mond –

En we hielden van elkaar met kracht
Terwijl de zon als een smeltende bal opkwam
met veel licht en geknetter.
aan het einde van de nacht
opende de stad zich voor me,
vouwde zich om me heen,
dat was mijn Rotterdam: als wij wandelden was de regen weg,
toen onze gouden tanden nog glommen in die goede ouwe tijd.
maar nu ik oud en bijna dood ben,
nu zit ik hier. Het is voorbij, ik zit te klagen op mijn stoel,
in een totaal veranderde stad word ik oud.
een oude kerel binnen achter het raam
Ik weet het zeker
Dit land is niet meer wat het was.
Kijk dan lief,
Kijk naar buiten door de ramen.
Al die tuigkoppen van tegenwoordig
ze doen stoer, maar zijn niet van hier.
Ik zeg je, die apen hebben geen respect
Ze hebben mijn Rotterdam verdeeld,
kijk me in me ogen,
luister naar me,
Dit is mijn verhaal, extreem en luid: ik heb een droom,
vol is vol.

Holland boven alles.
Terug naar de basis, naar voor de chaos en de onrust.
Ja, ik heb een droom, dat mijn vrienden en ik de zon ooit weer breed en duidelijk omlaag en omhoog zien komen. Groter en groter om dan van beneden langzaam boven de straten, de huizen en de vrienden van Rotterdam neder te dalen als een warme zonnestraal in mijn gezicht.
Ik heb een droom lang bewaard en opgeborgen, dat heel de stad weer als vroeger over mij komt en mij aangrijpt, in een wreed teder begin van de nacht, zoals vroeger toen de dag nog niet dwars door mij heen kwam waaien als gruis in mijn wijd open hart.
Ja van vroeger droom ik: van pikzwart en wit als sneeuw en alles bleef zoals het was
keurig en strak.

Ik heb een droom van brekend glas,
Ik droom achteruit van een stad die stilstaat en thuis op mij wacht.

Recente berichten

Tags

Geschreven door:

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *